dinsdag 23 juni 2009

Timmer-LEER-werkplaats

door Wilfredo&Judith: http://judithprakken.blogspot.com/
Een tijdje geleden schreven we over een project dat we gepresenteerd hadden aan de Stichting Handmelkers uit Best en wat ze gefinancierd hebben. Door zeer moeilijke bereikbaarheid en gebrek aan actieve betrokkenheid van de bewoners van het dorp waar we de Timmer-leer-werkplaats wilden opzetten, werd de uitvoer een tijdje stilgezet, zodat we konden sonderen waar we betere omstandigheden en vooral betrokken personen konden vinden om dit belangrijke project uit te kunnen voeren.
Daarvoor hebben we gebruik kunnen maken van de algemene jaarlijkse vergaderingen van Sucre en Oxamarca, met de voorgangers die gaan over alle kleine berggemeentes van die regio´s. We reikten hen de essentiële informatie aan over de voordelen, maar ook de verplichtingen, zodat degenen die zich aanmeldden een overeenkomst tekenden en we zo beter, zekerder van start konden gaan. Uit ervaring weten we dat we niet moeten vallen in assistentieel werk, zoals ze dat hier noemen: geen hulpverlening zonder voorwaarden, zodat ze niet afhankelijk worden en de resultaten ook echt weten te waarderen, omdat ze er zelf deel van zijn.
Begin Juni ging dus het project dan echt van start in Sucre, deel van Celendín. Onlangs is de provincie Celendín uitgeroepen tot de armste Provincie van het departement Cajamarca in Perú. Het district heeft een totale bevolking van 5.860 (4738 woont buiten het dorp in kleine gemeenschappen), waarvan 2210 kinderen onder de 14 jaar.
Bij aanvang denken we soms door enthousiasme, dat er juist veel beginnen en sommigen na een tijdje misschien afhaken. Hier werkt het juist andersom: omdat er veel wordt beloofd (vooral vanuit de overheid) en het grootste gedeelte niet wordt nagekomen, zijn de mensen sceptisch en willen ze ZIEN voordat ze GELOVEN en actief gaan MEEWERKEN.
Dit zien we hier ook weer: er werd een datum afgesproken voor de eerste workshop. De middag dat de leraar en coördinator met alle gereedschap en machines aankwam in Sucre, stond er maar één persoon op ze te wachten... de meeste begunstigden moeten van andere dorpen naar Sucre toelopen, zo´n 3 a 4 uur. s´Avonds en in de vroege ochtend kwamen meer begunstigden en gingen ze van start met 7 mensen. Eerst kijken, dan geinen en toen toch echt serieus aan de slag! “Het bleek dus toch waar te zijn: de machines zijn er en de leraren zijn gekomen, ze hebben toch interessen in ons, we zijn dus toch iets waard...” Met veel enthousiasme zijn ze, met hulp van de specialist die mee was, de machines gaan aansluiten en natuurlijk duidelijk afspraken maken over veiligheid.
Velen van hen weten iets van houtbewerken, maar dat gaat meestal alleen met een hakmes en dan krijg je hele grove, ruwe resultaten. Dit is dus voor hen een hele omschakeling en beetje bij beetje zullen ze leren betere producten te maken. Vooral wordt gewerkt aan banken, ramen en deuren, waar veel vraag naar is in het binnenland. De meeste producten worden met eucalyptushout gemaakt, gezien dat de aanvoer is in die streken. Ander hout moet worden besteld en is meteen ook redelijk duur, waardoor er zeer weinig vraag naar is. Eucalyptushout is erg hard, waardoor het gebruik van de machines voor de goede afwerking hard nodig is. Daar wordt nu dus beetje bij beetje aandacht aan besteed.
Het doel van dit project is Sucre en omgeving technisch opleiden en vormen tot professionele timmerlui, om de inkomsten te verhogen en levenskwaliteit te verbeteren. Het project heeft vier hoofdthema´s:
· Vorming en versterking van de locale organisatie (stichting)
· ¿Hoe werkt een bedrijf?
· Hout bewerken en afwerking
· Promotie en Commercialisering

Het eerste punt is het belangrijkste, gezien er weinig wordt samengewerkt omdat er veel wantrouwen is. Vanuit de kerken willen we het anders voorstellen en voorleven, zodat er niets opgelegd wordt, maar er een natuurlijke behoefte ontstaat naar associaties en oprichten van bijvoorbeeld een officiële stichting die deze Timmer-leer-werkplaats zal beheren en onderhouden: de begunstigden zijn van de kerken, maar ook van de dorpen.
Dit is allemaal naar de toekomst geprojecteerd natuurlijk. We komen al doende veel kleine dingetjes tegen, zoals machines die niet helemaal compleet werken, licht dat in het hele gebouw uitvalt als er één machine aangaat, houttoevoer en later verkoop van de producten te garanderen, etc. Maar het leuke is dat de mensen het nu, de tweede workshop al meer zelf oppakken. Zo moest Rafael, de coördinator uit Cajamarca, afgelopen zondag naar Sucre in plaats van maandag, omdat de mensen al een dag eerder naar Sucre waren gelopen om op tijd het “huiswerk” (klein bankje) te maken en vroeg op de volgende workshop te zijn!
Tegelijkertijd willen we zien of we een ander project kunnen laten financieren over verbeterde keukens en formuizen in het binnenland, in een kleine gemeenschap buiten Sucre: In de landelijke gemeenschappen van het district van Sucre leven de families, voornamelijk landbouwers, in het algemeen in huizen van één of twee kamers, waarin zowel mens als dier leeft, en ook de producten van de oogst worden bewaard. Om kou tegen te gaan, zijn de ramen klein en daardoor is er weinig ventilatie en is het donker.
De traditionele keukens worden gevestigd in centrum van het huis waar de vrouwen voedsel op een oven voorbereiden, die met drie stenen wordt gemaakt, die op de grond worden geplaatst, brandhout gebruikend als brandstof. De rook vult het huis en veroorzaakt irritatie aan de ogen en ademhaling, vooral aan de vrouwen en de kinderen, naast brandwonden. De bouw van de keukens die het project voorstelt, veronderstelt een vermindering in de consumptie van brandhout tot 50%, de vermindering van rook, grotere veiligheid voor de kinderen en comfort voor de vrouwen.
Met de ervaring die we nu opdoen, denken we de projecten steeds beter te kunnen uitvoeren en fondsen te vinden die hierin geloven. Sommigen kunnen dit te klein kruimelwerk vinden, maar pionieren is juist de weg banen voor grotere projecten en dáár zijn we nu hard mee bezig!

maandag 1 juni 2009

Wat een week!

Er zijn van die weken dat er van alles gebeurt...

Vorige week kwamen twee meisjes vragen of ik een gastles wilde geven op een particuliere universiteit voor toekomstige onderwijzers. Het moest informatie zijn over het onderwijs in Nederland in vergelijking met het onderwijs in Perú. Gelukkig kon ik ruim voldoende informatie vinden op het internet en met de ervaringen bij het onderwijs van onze eigen kinderen destijds in Huancayo, viel de tijd aardig te vullen. Waar het mij heel erg om ging is de motivatie van de jongelui - om niet alleen een beroep te leren waar je geld mee kunt verdienen, maar vooral over te brengen dat het voor een kind ongelooflijk veel uitmaakt WIE les geeft en HOE. Dat zijn juffrouw of “meester” in hem/haar gelooft. Er kwamen aardig wat reacties en ik heb het idee dat sommigen er ook wat aan hadden. Zoals ik later hoorde van de meiden die me uitgenodigd hadden, zijn er verschillenden die nauwelijks gemotiveerd zijn en alleen studeren om een beroep te hebben, doet er niet toe welk, en zelfs anderen omdat ze hun ouders een plezier doen om te studeren. De maatschappij geeft hier niet de mogelijkheid van: "waar kan ik mij het beste in ontwikkelen?", maar "wie geld heeft, studeert en wie niet, zoekt maar uit hoe hij/zij met karwijtjes geld verdient".

De dagen ervoor ben ik druk geweest met de resultaten van het onderzoek van Maribel, de moeder van Elisha, waar ik wel vaker over heb geschreven. Maribel (26 jaar) kreeg tijdens ons bezoek aan Cajén een paar toevallen, dus hebben we haar naar Cajamarca meegenomen en ben ik met haar meegeweest voor allerlei onderzoeken. Onderzoeken die meestal door hen zelf niet worden gedaan, omdat ze te duur zijn waardoor het vaak erger wordt en door gebrek aan de juiste medicijnen zelfs tot de dood kan leiden. De afgelopen week kwamen de uitslagen eindelijk. Het wachten was vooral voor Ander natuurlijk heel erg zwaar. Het blijkt dat ze een beginnende epilepsie heeft, waar ze minstens twee jaar medicijnen voor moet slikken. Deze medicijnen kosten S/. 300,- (€ 41,--) per maand en dat is een hoop geld voor de mensen, gezien het minimumloon in de stad S/. 450.-/maand is. We hebben daarom besloten om hen te helpen met de helft van de kosten, maar het zal voor Ander - haar man, een toer worden om de andere helft bij elkaar te krijgen. Hij is leider van de kerk in Cajén en kan daardoor moeilijker ergens anders (tijdelijk) werk gaan zoeken waar loon betaald wordt. In het dorp Cajén hebben de mensen die melk aan de melkfabriek leveren een redelijk vast inkomen, anderen leven van de opbrengst van hun land. Momenteel is het nog geen oogsttijd, dus is geld schaars in het dorp. We hopen en bidden dat er een oplossing voor dit gezin gevonden kan worden. Ander en Maribel hebben één koe en een kalf, dat is een begin, maar levert nog niet veel inkomsten op.

Vanmiddag, op zondagmiddag werd er gebeld. Leonila met haar twee gehandicapte kinderen stond voor de deur. Ze waren net aangekomen en kwamen maar vast langs, dan konden ze misschien vandaag nog geëvalueerd worden door Dra. Ruby, de revalidatiearts. Dat kon dus niet meteen. De mensen van de campo leven in een andere wereld. Ze leven van moment in moment en afspraken maken is dan moeilijk, want er kan zo ongelooflijk veel tussen komen. Leonila had eigenlijk vorige week maandag moeten komen, maar toen lukte het niet met de melkwagen te komen, vertelde ze. Nu kan ze gelukkig morgenmiddag terecht en zullen beide kinderen worden geëvolueerd. Beide kinderen lijden aan epilepsie om verschillende redenen. Deymis van 8 jaar zit nu voor de tweede keer in de eerste klas, omdat hij 4 maal per dag toevallen kreeg toen hij nog geen medicijnen gebruikte. Maria van 4 jaar, is verstandelijk gehandicapt en heeft jarenlang verschillende epilepsieaanvallen per dag gehad, waardoor haar ontwikkeling erg stagneert. Sinds een klein jaar krijgt ze nu medicijnen en mede door de oefeningen die haar moeder met haar doet kan ze nu alleen lopen. Ze begint ook te reageren als men tegen haar praat. Het is geweldig om te zien als er kinderen vooruitgang maken. Vooral als de ouders meewerken en ook de kinderen zelf merken dat ze vooruit gaan.

Er is zo veel te doen! Gelukkig kunnen we daar een beetje aan bijdragen.