donderdag 21 februari 2008

Geen communicatie over land

Deze week zouden we naar Lima gaan, naar de jaarlijkse bijeenkomst van de Onafhankelijke Pinkstergemeentes waar we hier bij horen. Onze medewerkers, de voorgangers van Sucre en Oxamarca en één van de presbiters gingen al vooruit, maar op maandagmorgen al vroeg ging de telefoon. Het was Gilmer, de voorganger van Oxamarca, die zondagavond was vetrokken uit Cajamarca. Hij zat in de bus die stil stond in een ongelooflijk lange file van auto’s, bussen en vrachtwagens. Om middernacht waren groepen boeren overal in het land de grote wegen gaan blokkeren uit protest en onvrede over allerlei zaken. O.a. de lage prijzen voor hun producten en de hoge prijzen voor de eerste levensmiddelen als meel, rijst en suiker. De bus van Gilmer probeerde langzaam vooruit te komen, maar er werden voortdurend stenen gegooid en de ruiten waren al gesneuveld, zodat de passagiers zich op allerlei manieren probeerden te beschermen.
Wij hadden voor maandagavond een plaats gereserveerd bij een betrouwbare busmaatschappij en bij navraag bleek dat zij niet er van af zagen om naar Lima te vertrekken vanwege de enorme chaos op de Panamericana, de grote hoofdweg, die gaat van Noord naar Zuid en waar alle wegen naar het binnenland op uitkomen. Geen enkele busmaatschappij waagde zich die dag om op weg te gaan. Ook op dinsdag waren de problemen nog niet opgelost. De bijeenkomst in Lima was intussen begonnen. Gilmer was 2 nachten en anderhalve dag onderweg geweest, wat normaal een nacht is. Ons gaan naar Lima had geen zin meer.

Op dezelfde dag, maandag, was gepland dat Ana met haar vader naar Lima zouden gaan. Ana heeft “frommeloortjes” en op woensdagmorgen om 8 uur werd ze in Lima in het ziekenhuis verwacht. In januari was ze geweest, maar toen werd een afspraak gemaakt voor 20 februari, omdat de agenda voor operaties van de KNO-arts helemaal vol zat tot die tijd. Ze waren prachtig op tijd gekomen vanuit Oxamarca (7 uur reizen) naar Cajamarca en nu zouden ze te laat komen door de problemen onderweg. De wegen waren door de boeren zelfs met grote boomstammen geblokkeerd. Op dinsdag in de namiddag waren de wegen weer enigszins vrij van stenen en andere blokkades. In Ayacucho waren er 4 doden te betreuren na de botsingen tussen voor- en tegenstanders van de staking. In grote gebieden werd door de regering de noodtoestand afgekondigd. Nadat het verkeer vanuit Cajamarca naar Lima ogenschijnlijk enigszins was genormaliseerd, hoorden we dat de eerste “huaico”, d.w.z. een modderlawine bezig was te vallen op de weg van Cajamarca naar de Panamericana. ‘s-Avonds zagen we op het nieuws de enorme rotsblokken die naar beneden waren gekomen. Verkeer was werkelijk onmogelijk. Omdat het de doorgangsweg van konvooien voor de goudmijnen in Cajamarca is, is met man en macht gewerkt om de weg enigszins vrij te maken, zodat er in elk geval één rijbaan beschikbaar is voor verkeer. In dit geval is het gunstig dat we in het gebied van de mijnen wonen. Er spelen hele grote economische belangen rondom die aanwezigheid. Die belangen zijn niet altijd positief, maar dat is een ander gecompliceerd verhaal.
Vandaag is Ana vertrokken, omdat de dokter in Lima haar hoe dan ook wil opereren. We hopen dat ze veilig zullen aankomen en er niet al te lang over zullen doen. Een gewone reis duurt meestal 12-14 uur, maar onder deze omstandigheden is alles onzeker, zoals zoveel zaken in dit prachtige land.

De regentijd zet nu flink door. Het regent vrijwel de hele nacht en ook een stuk van de dag. Overal vallen er huaico’s en zelfs storten er huizen in door de regen. Veel huizen, ook in de stad worden gemaakt van aangestampte aarde. Een bouwconstructie die meestal heel degelijk is, er zijn zelfs huizen in de stad van honderden jaren oud, die van “tapia” zijn gebouwd. Door samenloop van omstandigheden als enorme aanhoudende regenval en slechte waterafvoer kunnen gedeeltes van de stad onder water komen te staan en “zuigen” die huizen zich als het ware vol met water, waardoor ze instorten. Ook het dak van Judiths kamer heeft van de week gelekt, maar er zijn een paar golfplaten bijgelegd en nu moet blijken of het voldoende is om het droog te houden.

woensdag 20 februari 2008

Eindelijk af om verder te gaan

Eindelijk is het af. Bijna een maand probeerde ik de verslagen voor het Lilianefonds te schrijven, maar steeds kwam er iets tussen. Vandaag is het op de post gegaan. Vanaf vorig jaar Augustus zijn er 12 kinderen “langs” geweest. Soms was het heel snel, d.w.z. een consult bij de oogarts en een bril bestellen, maar meestal zit ook achter zo’n “kleine actie” een heel verhaal.

Zo kwamen Haydé en Ismaël met hun moeder hier om hun ogen na te laten kijken. Ze lijden allebei aan albinisme, d.w.z. dat er geen pigment in hun huid wordt aangemaakt. Vooral met de scherpe zon van de hoogvlakte kost het hen heel veel moeite om te zien. De mensen in hun omgeving snappen er niets van. Hun vader vertelde zelfs dat sommige mensen dachten dat zijn vrouw “vreemd” was gegaan, omdat de kinderen blank zijn geboren. Toen ik hun moeder vroeg of het wel meer in de familie voorkwam, vertelde ze dat haar grootmoeder een “onecht” kind was van de hereboer, die was “gringo”, blank dus. Haydé heeft het typische gedrag van de meisjes van de “campo”, erg verlegen, zich verschuilend achter haar sjawl. Ze geeft nauwelijks antwoord als de oogarts het examen afneemt met de letterkaart. Het is niet duidelijk of ze het wel of niet ziet. De dokter schrijft voorlopig maar iets voor, vooral om haar ogen te beschermen tegen het scherpe zonlicht. Haar broertje, Ismaël, zit in groep 7. Hij is wat vrijer, maar het lukt ook hem niet om aan te geven welke letters hij wel of niet ziet. De vreemde omgeving van de stad en de oogarts doen hen volledig dicht slaan. Ze krijgen allebei een donkere bril. Of ze hem zullen gebruiken??

Een paar weken later ontmoeten we een broeder uit het dorp en hij heeft hen nog nooit met de bril gezien. Hij zal er op aandringen dat ze hem dragen. Waarschijnlijk schamen ze zich om een bril te dragen en hebben ze de gewoonte ook niet. Niemand van hun leeftijd in het dorp heeft een bril en al helemaal niet een donkere. Ze moeten over een half jaar terugkomen. Intussen proberen we hen via mensen uit hun omgeving te motiveren om toch die bril te dragen, als die mensen bij ons komen als ze in Cajamarca zijn.

Broeder Simón uit Malat, weer een ander dorp, is vorige week aangekomen om de deuren voor hun nieuwe kerk te maken, omdat hier in Cajamarca de juiste werktuigen zijn voor het houtwerk. Samen met andere broeders uit Malat, kunnen ze bij de vader van Elsy (onze hulp en rechterhand), die een timmerwerkplaats heeft, de deuren van eucalyptushout maken. Om de beurt zullen de broeders komen en Simón helpen om het houtwerk hier af te maken en het werk op het land niet te lang te laten liggen. Het zal wel een paar weken duren voordat alles af is, maar Simón gebruikt deze tijd meteen om te leren hoe met machines om te gaan. Dit jaar of het volgende wordt er electriciteit in Malat aangelegd en dan hoopt Simón een eigen timmerwerkplaats in te richten. Zijn zoons, Buster en Juan, leren in een andere werkplaats hier in Cajamarca schuren, verf mengen, meubels afwerken, enz. Over hen schreef ik de laatste keer in onze bijdrage voor het blad Z&G.

Terwijl Simón in Cajamarca werkt, moeten zijn akkers wel bijgehouden worden. Toen ik daar naar vroeg hoorde ik met verbazing dat dat helemaal geregeld was. Ze hebben in de kerk een rooster gemaakt voor het om de beurt bewerken van zijn akkers: op maandag wordt het koren gezaaid door een stel broeders en op dinsdag worden de aardappels gewied, enz. Mijn vraag/zorg was overbodig!!! We staan vooral versteld van de initiatieven die ze in de kerk van Malat aan het ontwikkelen zijn sinds ze gezamenlijk de bouw van de kerk hebben aangepakt. Vooral Simón is daarbij een sleutelfiguur. Bid alsjeblieft heel veel voor hem, want de tegenstander/vijand zit natuurlijk niet stil als het om sleutelfiguren gaat.

Over de NGO ACSICOR: Vorige week kwam er ineens een mail binnen met een geweldig bericht. Een groot project voor de rasverbetering van melkvee is door een landelijke financieringsmaatschappij geaccepteerd. Het gaat om een project waaarvan de uitvoering twee jaar zal beslaan. De begroting blijkt enigszins aan de krappe kant gemaakt te zijn, dit is meestal om meer kans te hebben op acceptatie, maar dat wringt dan later. Dus daar moet in de uitvoering rekening mee gehouden worden.

We zijn heel blij dat dit project door de “socios”(leden) van de NGO zelfstandig is gemaakt en ook door een van hen zal worden uitgevoerd. Wij zijn er wel bij betrokken, maar vooral administratief en in het monitoren. Eind februari zullen er bindende afspraken worden gemaakt tussen de betrokken partijen: de boerenorganisatie van Oxamarca, waar al eerder een project van ACSICOR is uitgevoerd over verbetering van voedsel voor het vee: hooi maken en gras inkuilen; twee gemeentebesturen; een melkfabriek en wat ondersteunende partijen zoals “onze” NGO. Voor dit hele proces willen we graag gebed vragen, want er zijn heel erg veel haken en ogen aan het uitvoeren van zo’n project. We zien de selectie van dit project uit de 49 projecten die zijn ingediend door andere organisaties én als enige NGO in het Noorden van het land, wel als een knipoog van God.

Volgende week zijn we voor een paar dagen in Lima. Het is de jaarlijkse vergadering van de Autonome Pinkstergemeenten, de Peruaanse organisatie waar we bij aangesloten zijn en die onze visa garandeert. Het is leuk om allerlei bekenden en andere zendelingen te ontmoeten en van hen te horen hoe hun situatie is. Vaak hoor je toch ook van mensen uit eenzame gebieden hun gebrek aan hulp van buitenaf. Er is veel behoefte aan structuur, onderwijs, maar ook praktische hulp bij het organiseren van belangengroepen, die als organisatie wegen kunnen zoeken door het indienen van concrete projecten.

Tot slot: de radioprogramma’s waaraan Ger, op uitnodiging, weer aan deelneemt, schijnen goed “aan te komen”: een paar minuten na de uitzending belde iemand uit het hoog- en vergelegen dorp Piobamba op, om te vertellen dat hij ontzettend blij met het programma was. Vooral omdat, volgens hem, dit de enige manier was om de jonge mensen in de dorpen te bereiken. De programma’s worden uitgezonden door een nieuwe, zeer potente radiozender, die stap voor stap óók gaat uitzenden in andere steden en dorpen in diverse departementen (samengevoegde provincies) van Perú. Een volgende stap zal zijn: uitzendingen via Internet. Als dat door zou gaan, zouden jullie de programma’s ook in Nederland kunnen beluisteren... Mocht het zover komen, dan zullen we het jullie tijdig laten weten. Graag gebed, dat mensen via deze weg tot geloof zullen komen!