vrijdag 26 december 2008

Tweede Kerstdag

Lieve allemaal en ieder persoonlijk!!

Tijdens momenten zoals we die de laatste dagen weer doorléven, ontdek ik weer hóe ontzettend kostbaar het is om mensen om ons heen te hebben die zómet ons mee-leven en vooral: méé-bidden.
Op dit moment dat ik dit schrijf, is het vrijdagavond en zojuist hebben weweer met de neuroloog gesproken. We hadden de hoop dat Froukje morgen(zaterdag dus) het ziekenhuis uit mocht, maar hij wilde ons niet "latengaan", in ieder geval niet vóór maandag ! Toch ben ik enorm dankbaar, datwe dat konden hopen, want dat betekent, dat het beter gaat met Froukje !!Maar (wat hier gewoonlijk niet gebeurt): we vragen de doktoren "het hemdvan het lijf", en zo kom je ook achter hun twijfels.
Wat ze nu "vermoeden" is het volgende:De ontzettende pijn die Froukje de afgelopen anderhalve week heeft gehaden die ze tot vanmorgen nóg had is een opéénhoping van feiten:een ontsteking met koorts; verder verkramping van spieren (links en rechtsop haar hals verschenen dikke bulten als gevolg daarvan). Een zenuw kwamdaardoor klem te "zitten" en dat veroorzaakte een enorme hoofdpijn metóvergeven.
Dat gaf de indruk dat er een hersenbloeding had plaats gevonden,vooral omdat het van het ene-op-het-andere moment plaats vond. Desymptomen waren zodanig, dat er MRI's, CT-scans en Röntgenfoto's van hoofden nek werden gemaakt.
Verder werd ze met antibiotica, spierontspanners, pijnbestrijders enrustgevende middelen behandeld omdat de pijn niet te verdragen was. Op descans en MRI's bleek dat het met de nek niet in orde was en daarom werd ereen kraag om de nek gedaan en moest ze helemaal plat liggen om hoofdpijnen duizeligheid te vermijden.Toch gaf hij toe, dat de "angst entwijfel"over een eventuele lichte hersenbloeding bleven bestaan, maar erwaren te weinig kentekenen voor aanwezig.
Gisteren was Froukje nog heel erg ziek; ontzettende hoofdpijn en ze blééfmaar overgeven. Maar vandaag was het "stukken beter".Ze heeft zelfs eenstukje taart gegeten, dat we uit de stad hadden meegebracht. Daaromhoopten we eigenlijk dat ze zaterdag mee mocht naar het huis van Marco enSanne. Maar dat zal dus hopelijk maandag worden.Waar de artsen dus erg bang voor waren, lijkt niet ´waar´te zijn. Maar wijzijn er van overtuigd, dat dit uiteindelijk het resultaat is van`onvoorstelbaar veel gebeden.Froukje zei zojuist:"INDRUKWEKKEND !!!"
Heel hartelijk dank voor je meeleven en vooralvoor je gebed

Namens ona allemaal:
Ger Prakken.

vrijdag 28 november 2008

een dag naar Celendin

Vorige week zaterdag zijn we “even” op en neer naar Celendín gereist. Eind oktober werd ik in Oxamarca gevraagd om te kijken naar een meisje wat dubbel gehandicapt is.

Rosmery lag op een paardedeken, want was door haar vader op een paard vervoerd vanuit hun dorpje naar Oxamarca. Ze moesten daarvoor 2 uur lopen en vervolgens drie uur met het busje naar Celendín. Rosmery heeft hersenvliesontsteking gehad toen ze 8 maanden oud was, en doordat elke gezondheidszorg in die tijd helemaal ontbrak, is er weinig aandacht aan besteed. Ze overleefde het, maar haar leven is alleen “bestaan”, dan werkelijk leven. Communicatie is nauwelijks mogelijk. Ze “cummuniceert” door kreunen. Haar lichamelijke ontwikkeling bleef ook heel erg achter, waardoor haar lichaam scheef gegroeid is. Het was één hoopje ellende.

In het gemeentehuis van Oxamarca is sinds twee jaar een kantoor speciaal voor hulp aan gehandicapte mensen. Eduin is verpleegkundige met een middelbare opleiding en is aangesteld om deze mensen op te zoeken, te registreren en te zien wat hij voor ze kan doen. Budget heeft hij hiervoor nauwelijks. Hij bracht mij in contact met Rosmery en het balletje is gaan rollen.

Er was al een officiële diagnose gesteld, dus in eerste instantie ben ik samen met Dra. Rubby, de rehabilitatie-arts die het werk met de “Lilianekinderen” ondersteunt, naar Celendín gereist.
Dat is de dichtsbijzijnde grotere plaats waar we eenvoudig met openbaar vervoer konden komen. Ook Fina, de fysiotherapeute van Ger, ging mee.

We vertrokken om 7.00 uur ‘s-morgens en waren om half 11 al in Celendín. Eduin stond ons op te wachten, niet alleen met Rosmery en haar vader, maar ook met nog een andere vader met zijn zoontje. Dat zoontje is al langer in mijn programma van het LilianeFonds, maar het kost de ouders kennelijk veel moeite om structureel voor controle naar Cajamarca te komen, want ik had hem al anderhalf jaar niet meer gezien. Rubby heeft de kinderen geëvalueerd en we hebben een plan gemaakt.

Voor Rosmery hadden we een deken en twee kussens meegenomen, zodat ze gemakkelijker kan zitten. Nu ligt ze de hele dag op bed en soms probeert ze met één arm zich enigszins op te drukken. Daardoor heeft ze een hele kromme rug gekregen. We zullen ook een soort stoel voor haar laten maken om te voorkomen dat ze nog krommer groeit. Zo hebben we met elkaar een plan ontwikkelt voor op korte en middenlange termijn. Haar vader is “promotor de salud”, d.w.z. dat hij een soort eerste hulppost is in zijn dorpje, waar de mensen bijvoorbeeld pijnstillers kunnen krijgen. Waarschijnlijk door dit verantwoordelijkheidsgevoel ziet Rosmery er lichamelijk goed verzorgd uit. Ondanks dat zij veel ligt, heeft ze een gave huid en was de decubitis-zalf die ik meegebracht had, niet nodig. Als we zo met haar bezig waren, glom haar vader van trots, iets heel byzonders voor iemand uit de campo, uit het binnenland. Velen verstoppen hun gehandicapte kinderen, laten ze opgroeien tussen de beesten; deze vader was en is trots op zijn dochter, hoewel hij natuurlijk ook heel erg bezorgd is voor de toekomst.

Dezelfde dag zijn we teruggegaan met en busje. Onderweg hadden we nog een klein oponthoud, omdat een band lek was. Nu dat was niet zomaar lek, want de flarden hingen erbij. De banden worden echt helemaal kapot gereden, voordat ze vervangen worden en dan worden ze vaak nog opnieuw gevulcanizeerd, dat is goedkoper dan nieuwe, maar net zo veilig.......? Dit naast het gebrek aan veiligheid door toenemende overvallen op de wegen. ‘k Heb nog een paar dagen flink last gehad van pijnlijke spieren vanwege het gehots onderweg. Hier zijn de wegen antislip.

Deze week hebben we veelvuldig bezoek gehad van mensen die hulp nodig hadden bij doktersbezoek. Ook Ander, de vader van Elisha die aan haar schouder en rug geopereerd is, komt elke week een dag voor evaluatie en behandeling van zijn dochter. Het gaat steeds beter met haar, maar de vinger moet wel goed aan de pols gehouden worden. Het is een hele opgave voor Ander om 3x per dag massages en oefeningen met Elisha te doen en te blijven doen. Toch is het de enige manier om haar schouder op hetzelfde niveau te krijgen als de andere schouder.
Zo hebben we deze week regelmatig met 8 of 9 mensen aan tafel gezeten. Onze hulp, Melchora, heeft steeds heerlijk gekookt en gelukkig vindt zij het heel erg leuk en een uitdaging als we ineens veel gasten hebben, want in de campo eten ze toch een “beetje” meer dan de mensen van de stad.

woensdag 5 november 2008

De laatste school in Cajén

Een maand gaat heel erg snel voorbij, vooral omdat er zoveel gebeurt. De laatste keer dat we schreven vertelden we over het jeugdweekend in Malat. Daarna hebben we nog een jeugdweekend in Oxamarca gehad, waar ook de vier jongens uit Malat, die zich na de laatste filmavond in Malat hebben bekeerd, aanwezig waren. Ze hadden vrij gevraagd van school en waren de dag tevoren al in Oxamarca aangekomen, “slechts” 6 uur lopen. Ze deden goed mee en zijn met een nieuw testament naar huis gegaan. We hoorden dat ze ook al regelmatig naar de diensten in Malat gingen. Heel erg fijn!!

Malat is kennelijk een schot van de duivel waard, want momenteel is er een hevige geestelijke strijd aan de gang. Het is te ingewikkeld om alle ins en outs te vertellen, maar wel willen we graag voorbede vragen. Vooral dat de leiders niet verslappen en stand kunnen houden. Ook dat hun visie niet vertroebeld wordt en ze bemoedigd worden door God zelf.

Na het jeugdweekend in Oxamarca, hebben we nog een school gehad in Cajén, het dorp waar Elisha vandaan komt. Zij was met ons meegegaan om een paar dagen bij haar familie door te brengen. Ze werd in augustus in Lima geopereerd aan haar rug en is nu in Cajamarca bij een jong gezin uit de gemeente waar we “kerken” te gast, zodat zij 3 maal per week fysiotherapie kan krijgen. We hopen dat ze eind october weer naar Cajén kan gaan.
De laatste dag dat we daar waren, kwam de hele lagere school van Cajén Elisha opzoeken om haar te groeten. Verschillende kinderen zongen een lied voor haar en haar onderwijzer sprak haar toe. Het was een enorm verwarmend gebaar. Daarna moesten alle kinderen haar een omhelzing geven, wat natuurlijk met de nodige gêne gepaard ging. Voor Elisha was het beste emotioneel. Het verschil is zo enorm groot tussen een bergdorpje en de stad, ook tussen de school waar ze nu op zit en de school in haar dorp. Volgens haar moeder praat ze zelfs anders.
Het gaat wat betreft haar gezondheid heel goed met Elisha, haar rechter schouder wordt steeds meer gelijk aan de linker en ze merkt zelf ook allerlei veranderingen. Ze kan nu rennen zonder meteen buiten adem te komen. Zelfs met eten merkt ze dat ze meer ruimte heeft. Bij het schrijven op school doet haar rechterarm geen pijn meer en zo zijn er nog een paar zaken, die verbeterd zijn. Het is een enorm verschil en het helpt haar om zich in Cajamarca aan te passen zonder haar familie, want ze weet waarvoor ze het doet. Voorwaar een enorme prestatie voor een kind van 8 jaar.

Volgende week gaan we voor het laatst dit jaar naar Oxamarca voor de vergadering met alle leiders van zowel Oxamarca met zijn buitenposten (anexos) als Sucre met anexos. Het is de vergadering waar we het afgelopen jaar evalueren en sommige plannen voor volgend jaar lanceren. De sfeer is meestal heel goed en we hopen dat dat deze keer ook zo zal zijn. Het afgelopen jaar is niet altijd makkelijk geweest. Soms leek het of de mensen “schoolmoe” waren, net of er minder enthousiasme was voor de lessen. We zullen dit bespreken in die vergadering en willen het volgende jaar alleen met díe kerken werken, die er dringend om vragen. Graag jullie gebed voor deze ontwikkeling.

Voor de komende maanden staan er verschillende activiteiten in Cajamarca op het programma. De voorganger van onze kerk heeft Ger gevraagd om les te geven aan de meest jonge leiders in onze kerk. Het gaat dan om kernleiders, zondagschoolleiders, leiders van verschillende werkgroepen, enz. Ze zullen een paar dagen retraite hebben en dan zal Ger, samen met de voorganger, Godofredo, bijbelstudies geven over leiderschap, doctrines, enz. Daarnaast is er een conferentie gepland voor leiders uit het binnenland, in onze kerk. Dat zijn leiders uit een heel ander gebied, dan waar wij werken, maar ook zij kampen met dezelfde problemen en dus heeft Godo gevraagd of Ger ook daar bijbelstudies wil geven.
Hij doet het graag.
Tot zover deze keer. Uitgebreider nieuws kun je aanvragen bij Hugo Krösschel, e-mail: h.krosschell@planet.nl en ook beluisteren via de Perú-lijn (040-2424466).

Een heel hartelijke groet van,
Ger en Froukje.

dinsdag 16 september 2008

Opening Kerkje Malat

Eindelijk was het zover. Het kerkje in Malat kon officieel worden geopend.

Vorig jaar juni begonnen de broeders met het graven van de geulen voor de fundamenten. De kerken en individuele gevers in Nederland hebben hen ondersteund met de financiering van de materialen, maar zij moesten zelf al het werk doen. Dat was niet gering. Daardoor hebben ze ondertussen enorm veel ervaring opgedaan op verschillende gebieden. Wat te denken van Simón, die de coördinatie van het werk op zich heeft genomen. Hij had wel ervaring met het bouwen van huizen in de campo, maar had nog nooit een tekening van een architect gezien. Hij vouwde de tekening open en zei: “Heer, hier snap ik echt niets van, wat moeten we nu?” Hij ging slapen en de volgende morgen bekeek hij de tekening nog eens en begreep toen waar hij moest beginnen.

Vorig jaar was het een race tegen de tijd om het dak op het gebouw te hebben vóór de regens begonnen. Het lukte!! Maar er moest tegelijkertijd op de akkers gewerkt worden, want anders kwam er geen eten op de plank. Er werden teams georganiseerd om ’s morgens van 6 – 8 uur samen op de akker van één van de broeders te werken en daarna allemaal weer aan de kerk te bouwen. Het bleek dat het samen werken op de akker, sneller ging dan als je het alleen moet doen. Ze stimuleerden elkaar in het werken.

De enorme inzet van de broeders bleek zo aanstekelijk dat er dagen waren dat ook de ongelovigen kwamen helpen. Soms met het werk zelf, soms met een geldelijke bijdrage. Ondanks dat wij toezegden dat we zouden helpen met alles wat de bouw betreft, hebben de families van de kerk ook bijgedragen met hun offergaven. Op het totale bedrag dat in de kerk werd geïnvesteerd, leken de eigen financiële bijdragen weinig, maar God vermenigvuldigde het, ook geestelijk, en zo kwamen er veel families bij die zich aansloten bij de kerk. De kerk werd zo niet alleen letterlijk gebouwd maar ook geestelijk.

Zaterdag 30 augustus was de officiële opening. De burgemeester van het dorp was uitgenodigd om de linten voor de deur door te knippen. Er waren twee keer drie linten gespannen, in de kleuren van de vlag van Perú én van Nederland. Hugo en Henny Krösschell waren namens het Perú-comité (waar de verschillende vertegenwoordigers van de ondersteunende kerken zitting in hebben) aanwezig. Henny had een prachtige tegel gemaakt , die in de muur naast de grote deur in de kerk, is gemetseld. Te tekst was samen met de broeders gekozen: “Dos naciones, un solo pueblo – Permanezca el amor fraternal, Heb. 13:1 - 30 agosto 2008” (Twee naties, één enkel volk – Houd de ondelinge liefde in stand, Hebr. 13:1 – 30 augustus 2008). Het getuigt van de onderlinge liefde tussen de christenen in Nederland en de christenen in Malat, Perú. Als laatsten gingen Benigno, de voorganger, en ik, Froukje, met de vlaggen van Perú en Nederlanf, tussen de mensen door naar binnen en zetten ze op het podium van de kerk. Daarna begon het programma.

Simón merkte tijdens de opening op dat ze tijdens de bouw vooral de uitwerking van de gebeden van de broeders en zusters in Nederland hadden gemerkt. Soms bleek ‘s avonds dat er de volgende dag maar drie mensen voor het werk beschikbaar waren en zagen ze er tegen op als ze dachten aan alles wat nog gedaan moest worden. De volgende morgen begonnen ze toch met goede moed en in de loop van de ochtend kwamen er velen bij om mee te helpen. Ook bij het oplossen van allerlei technische problemen, hebben ze heel concreet de hulp van God ervaren. Het is bemoedigend, maar ook verwonderlijk, om de ervaringen en betrokkenheid van de broeders in Malat te horen.

Het programma van de zaterdagavond,met diverse ceremoniën, was strak opgesteld. Zo werden de leiders van de kerk, samen met voorganger Gilmer, onder wiens verantwoordelijkheid ook de kerk van Malat valt, en de opziener (presbiter) Hilde, samen met het pastorale team van Malat, opnieuw ingezegend ter gelegenheid van de uitbreiding van dit werk. Daarna werd door hen allen de kerk aan de Heer opgedragen. Er waren zo’n 250 mensen getuige van de ceremonie. Er werd gezongen en Buster, de zoon van Simón, speelde met zijn ‘band’. Het was één groot feest. Daarna gingen alle kinderen van 4-12 jaar naar buiten en kregen een lichtgevend armbandje. Nadat ook de volwassenen naar buiten waren gegaan, werden er zes vuurpijlen afgestoken. Het was een prachtig gezicht in het donker, al die lichtgevende armbandjes en de pijlen die in de lucht in sterren uiteenspatten; zoiets hadden ze nog nooit gezien. En dit alles in een omgeving waar (bij het niet aanwezig zijn van electriciteit) alleen de maan en de sterren het landschap verlichten. Kunnen jullie het je voorstellen? De enige klacht die we later hoorden, was dat het programma te snel was afgelopen.

De inwijding van het kerkgebouw viel binnen het jeugdweekend, dat vrijdag was begonnen: de eerste keer dat er specifiek met jeugd wordt gewerkt in deze regio. Op zondagmiddag werd het jeugdweekend afgesloten met een symbolische weg van bekering en toewijding; een moment van bezinning en stilstaan bij de verschillende moeilijke situaties in het leven, iets waar ze niet thuis of in de maatschappij mee leren omgaan. Van de 47 deelnemers aan het jeugdweekend, waarvan velen van ver kwamen lopen, maakten de meesten gebruik van deze mogelijkheid.

Het team dat het weekend organiseerde, werd opgehaald door Juan, want ze moesten met twee verschillende melkauto’s. Het was voor hen de eerste keer dat ze langs deze weg naar Malat zouden gaan.De melkauto vertrok om 9 uur ’s avonds vanuit Cajamarca en moest om 3 uur ’s nachts in het dorp Sabogal aankomen, waar ze dan zouden overstappen op de melkauto naar Malat. De chauffeur van de eerste melkauto stopte echter onderweg bij een bar om ‘even’ een paar glaasjes bier te drinken. Anderhalf uur later stapte hij aangeschoten weer in en vervolgde zijn weg. Onderweg moest hij een paar keer worden aangestoten omdat hij in slaap dreigde te vallen. Toen ze in Sabogal arriveerden, zagen ze nog net de achterlichten van de wegrijdende melkauto, die niet had willen wachten. Er zat dus niets anders op dan het laatste stuk, onder leiding van Juan, te gaan lopen. Na 5 ½ uur kwamen ze uitgeput in Malat aan.

De terugweg ging eenvoudiger , maar voor de heenweg zullen we een andere oplossing moeten zoeken. Wilfredo, die samen met Judith een timmerwerkplaats-project in Malat gaat opzetten, zal daarvoor regelmatig naar Malat moeten reizen. Een oplossing zou zijn bom een motorfiets te huren, maar gezien de kosten (Eur.2,50 per uur) is dit geen optie. Graag gebed voor een goede oplossing.

Na het jeugdweekend hadden we een lesweek met de leiders van de kerkjes uit de omgeving. Het waren goede dagen, waar niet alleen bijbellessen gegeven werden door Ger en Marciano, maar ook praktische lessen over wormkuilen en het fokken van cavia’s voor consumptie, door Gilmer, en pedagogische lessen door Henny, voor ouders en personeel van de school. Het evangelie is integraal! Op de avonden werden evangelisatiefilms gedraaid en dan was de kerk iedere keer weer, helemaal vol. De mensen moesten staan omdat er nog geen banken in de kerk zijn. Na de laatste filmvoorstelling bleven er vier jongens achter, die te kennen gaven dat ze hun leven in Gods hand wilden leggen. Geweldig fijn als jongelui een duidelijke beslissing nemen. Laten we bidden dat zij doorgaan en ook bij die beslissing zullen blijven, zodat het jeugdwerk ook in Malat echt vrucht zal afwerpen.

Ger en Froukje

zondag 15 juni 2008

weer terug in Cajamarca

We zijn weer terug in Cajamarca. Deze keer waren we niet met “werkverlof”, toch wilden we graag even in Eindhoven-Zuid en Eindhoven-Noord zijn. We waren op familiebezoek. Onze oudste dochter Natasja trouwde op 30 mei met Hylke de Jong en zal dus nu verder als Mevr. N.M de Jong-Prakken door het leven gaan. Verschillende Eindhovenaren waren aanwezig op 30 mei j.l. Het was een heel byzondere dag, want ook onze “Bolivianen” waren erbij. We hebben er enorm van genoten om een paar dagen met alle kinderen samen te kunnen zijn. Graag hadden we nog vele mensen willen zien, zoals Klaas, Hilly, Wim, Jan, Trudy, Nico, Annie, Jochum, Jaap en nog zo vele anderen, maar de tijd was te kort.

Gisteren zijn we dan weer aangekomen in Cajamarca.Het was een reis met hindernissen. We moesten al heel vroeg op Schiphol zijn en besloten daarom om de nacht ervoor in een hotel vlakbij Schiphol door te brengen. We vertrokken dus al op maandag om op dinsdagmorgen heel vroeg te vertrekken. Daar we dan net iets te laat voor de bus naar Cajamarca in Lima aankomen, hadden we kaartjes besteld voor woensdagavond, maar toen konden we niet reizen, want de Panamericana, de “snelweg” langs de kust van Perú naar het Noorden, was door stakers geblokkeerd. De kaartjes werden omgezet naar donderdagavond, zodat we onze reis, die begon op maandagmorgen in Arnhem op vrijdagmiddag rond 12 uur in Cajamarca beëindigden.

We zijn nu een paar dagen verder en er zijn al weer verschillende telefoontjes geweest, mensen op bezoek geweest en natuurlijk werd een lange lijst met e-mails verwerkt. De agenda wordt al weer flink gebruikt en Ger is vanavond, zaterdag 15 juni, al weer op pad om in een afgelegen buurtschap een film te draaien.

Tijdens ons verblijf in Nederland is het werk “gewoon” doorgegaan. Er waren 2 scholen gepland. Eentje met Josué en eentje met Gilmer. Josué is naar Cajén geweest. Hij zal er nog verslag van uitbrengen. Gilmer zou naar Malat gaan en hij had alles klaar staan, maar de nacht voordat hij zou vertrekken velde de griep hem en moest hij in bed blijven. Fanny, die sinds april ons team versterkt, is in zijn plaats gegaan en heeft de lessen verzorgd. Daarna is zij nog een paar dagen naar Jelíc, een dorp op 3 uur afstand van Malat gegaan. Ze krijgt plezier in het werk en daar zijn we heel erg blij mee, want het is een enorme omschakeling van de studie naar de praktijk, vooral als die praktijk onder vrij primitieve omstandigheden moet worden uitgevoerd. We hopen dat zij zich hoe langer hoe meer zal thuis voelen in ons team en vooral zal genieten van alle mogelijkheden die we hebben en ook van de liefde en de dankbaarheid van de mensen waar we iets voor mogen betekenen.

Vanavond had ik een lang gesprek met Gilmer om elkaar “even” bij te praten.
Dan merk je pas hoeveel onderwerpen er zijn waar we mee bezig zijn. Momenteel wordt er een eetprogramma van “Pan de Vida”, door Nederland gesponsord in Oxamarca.
De regering voert een programma uit wat bestaat in het subsidiëren van de armste gezinnen met S/. 100,-- per maand (25 euro). Het is voor de mensen echt een enorme hulp in de onkosten voor het dagelijks leven. Er zijn echter wel condities aan verbonden, o.a. dat ze de kinderen naar school moeten sturen en niet alleen naar de lagere school, maar ook naar de middelbare school. Daardoor komen er kinderen van heinde en ver naar Oxamarca om les te krijgen aan de middelbare school. Het eetzaal project bestaat in het verschaffen van een warme maaltijd aan de kinderen die tussen de middag niet naar huis kunnen om te eten. Het is in deze cultuur ondenkbaar dat je tussen de middag een meegebrachte boterham zou eten, dus wordt er nu vanaf volgende week een warme maaltijd geserveerd. Gilmer is tijdens ons verblijf in Nederland o.l.v. Elsy, onze onvolprezen rechterhand, begonnen met het organiseren van deze eetzaal. We zijn heel erg blij dat er programma’s zonder ons worden uitgevoerd. We worden wel ingelicht en ook ons advies wordt gewaardeerd, maar hoe langer hoe meer komen de mensen met eigen initiatieven en dat is ook de bedoeling.

Een ander verheugend feit is dat een werk/leer project voor Malat door de Handmelkers van Best is uitgekozen om te steunen. Judith en haar verloofde Wilfredo hebben samen met Simón, de leider van de bouw van de kerk in Malat, een project geschreven voor een timmerwerkplaats. De bedoeling is dat er een overeenkomst gesloten gaat worden met de plaatselijke middelbare school voor timmerlessen. Bovendien zal het werk verschaffen voor meer mensen als het goed gaat. Juist vlak voordat we ons weer klaar maakten om terug te gaan kregen we bericht dat het timmer-werk/leerproject door de commissie van de Handmelkers is geselecteerd. Het gaat om een bedrag van 5.000,-- Euro waar hier veel mee kan worden gedaan. In september hopen we dat het geld in ontvangst genomen kan worden.

Over een week is het de planning dat we naar Tupac Amaru gaan, een klein gehucht waar we les zullen geven aan leiders van verschillende kerkjes. Het is daar behoorlijk koud, dus graag gebed voor onze gezondheid. De gastheer van deze lessen hadden we vandaag al aan de telefoon om verschillende detailles te bespreken. De mensen zien er naar uit, niet in de laatste plaats vanwege de filmvoorstellingen in de avonduren. Het dorpje heeft geen licht, dus een film is een byzonderheid. Dankzij onze generator kunnen we ‘s-avonds beschikken over elektriciteit.

Voordat we naar Tupac Amaru gaan, zal Elizabeth Castro met haar vader naar Lima gaan om onderzocht te worden of er iets gedaan kan worden aan haar handicap. Toen zij geboren werd, was daar een baker bij. Het was in een dorpje zonder enige voorziening op het gebied van gezondheid. De baker trok wat te hard aan het hoofdje en de schouder ging uit de kom. Omdat niemand dat in de gaten had, werd er niets aan gedaan. Ook niet toen de ouders met Elisha, zoals ze haar noemen, naar de medische post van een groter dorp gingen voor de inentingen en de controles. Elisha heeft de eerste 8 maanden van haar leven gehuild van de pijn, maar iemand had in de gaten waarom ze huilde. Nu is ze 8 jaar en heeft een hoge schouder, waardoor haar rug dreigt krom te groeien en de spieren van haar nek verkrampt zijn. Ze heeft vaak pijn als ze op school moet schrijven en ook komt ze adem te kort, omdat haar longen in het gedrang komen.
In Lima zal een kundig traumatoloog zien of hij iets voor Elisha kan doen. We bidden om wijsheid en vooral kracht en genade voor Elisha en haar vader, Ander. Meestal dat dit soort gevallen vele maanden duurt en al die tijd moeten ze in Lima blijven en kan Ander niet voor zijn familie zorgen. Hij heeft de afgelopen maanden heel hard gewerkt, zodat ze een kleine buffer hebben, maar zal dat genoeg zijn????

Het is toch nog en vrij lang verhaal geworden, we hopen dat we op deze manier iedereen wat kunnen betrekken in de levens die aan onze zorg zijn toevertrouwd. Zoals we tijdens ons verblijf in Nederland steeds weer betuigen, zijn we hier als vertegenwoordigers van jullie !! Zowel “onze” mensen als wijzelf zijn ons daar heel erg van bewust en betuigen dit ook regelmatig hier. Daarom ook namens “onze” mensen, willen we jullie heel hartelijk groeten en vooral dank zeggen voor de gebeden. Daar gaat het uiteindelijk toch allemaal om.

dinsdag 11 maart 2008

Liliana Fonds - door Judith

Bijna twee weken is Ana bij ons in huis, ze is 15 jaar oud en komt uit Oxamarca, een dorpje zo´n 6 uur rijden vanaf Cajamarca.

Zoals velen van jullie weten werkt mijn moeder samen met het Lilianefonds voor rehabilitatie van kinderen. In de dorpen waar mijn ouders werken kom je vaak „gevallen" tegen die, als ze op zeer jonge leeftijd zouden zijn geholpen met een operatie of fysiotherapie, niet zoveel hoefden te lijden of grote operaties zouden moeten ondergaan om het weer "recht te breien". Daarom werkt m´n moeder met de kinderen en dan nóg zijn er soms al ver gevorderde misvormingen. Zo zijn er veel kinderen met scheve voetjes of hazelipjes.

Toen Ana geboren werd, dachten ze dat ze doof was, want ze werd geboren met frommel-oortjes die vooral aan één kant helemaal dicht was aan de buitenkant. Ze hoorde wel wat, maar heel in de verte, zoals als we de handen tegen de oren houden... maar door op dat gebied ANDERS te zijn, is ze ook altijd anders behandeld: als een doof-stom en achterlijk kind. Ik denk dat als je als zodanig wordt behandeld je je er ook langzaam maar zeker naar gaat gedragen...

Een twee jaar geleden heeft moeder Froukje (die wordt inmiddels als moeder overste behandeld door de "patiënten"), alle papieren en consulten geregeld zodat Ana een operatie en langdurige behandeling kon ondergaan. Dat betekent eerst in het eigen dorp een verwijzing regelen, vervolgens in Cajamarca en dan weer naar Lima, want alleen dáár kon ze geopereerd worden. Dit klinkt best simpel, maar zomaar krijg je geen verwijzing, want om te beginnen zijn de geboorte actes al niet juist ingevuld en moet je in Cajamarca voor zessen nummertje trekken om later op de ochtend (9 of 10am) geholpen te worden en vaak weer een paar keer terug komen. En dit alles naast het feit dat Ana nooit het dorp was uitgeweest en haar vader de akker moest laten liggen om mee te gaan. En zo is het heel wat werk om één kind te helpen... M´n moeder heeft er nu 16 in behandeling!!

Na de laatste operatie om het oor te openen in februari 2008, moet ze regelmatig voor controle naar de doctor. Dit was de vorige keer in Oxamarca helemaal mis gegaan, waardoor de dure operatie bijna voor niets was geweest; dat was het risico nu weer niet waard. Dus naast alle consulten, regelen van de operatie en controles heeft m´n moeder besloten Ana in Cajamarca te houden, hier bij ons in huis.

Doordat ze altijd achtergesteld is, heeft Ana niet alleen fysieke problemen: ze heeft zeer duidelijk ook een emotionele schade en misschien ook een verstandelijke achterstand. Nu ze bijna twee weken bij ons is, zie ik steeds meer dat ze heel verward is, moeilijk iets kan uitleggen, binnensmonds praat ALS ze praat, maar gelukkig ook steeds losser komt. Zoals ik al beschreef: ze is altijd al achterlijk behandeld en misschien gaat ze er dan vanzelf naar handelen.

Om te beginnen zou ze psychologische hulp moeten krijgen en spraaktherapie. Maar hoe kan dit alles geregeld worden, zoals zoveel meer kinderen geholpen zouden moeten worden. Ze mist haar huis en ouders natuurlijk heel erg, want ze is niet alleen in een ander huis, maar bij ons ook in een andere cultuur terechtgekomen. Af en toe bellen we naar Oxamarca, zodat ze even kunnen praten. Ana is 15, maar reageert en handelt als een kind van 10 of 11. Om iemand als zij te kunnen helpen, echt integraal te kunnen helpen zou ze hier in Cajamarca moeten kunnen wonen om professionele hulp te krijgen... maar daar staat dan tegenover dat er geen tehuis is, haar verre familie, die hier in de stad woont, haar ook links zou laten liggen of als slaafje zou behandelen en we haar bij haar ouders en eigen omgeving weg zouden houden.

WAT MOET JE DAN? Als je zo´n kind een tijdje dichtbij hebt, ga je er intensief mee om, soms is het vermoeiend omdat het contact ook wel moeilijk is, maar toch ook heel mooi om te zien hoe ze langzaam vooruit gaat omdat ze anders wordt behandeld... te weten dat ze dan weer terug zou gaan naar Oxamarca, daar meteen zou terugvallen en wat vooral door mijn hoofd gaat is: HEER BEWAAR HAAR, want dit soort kinderen worden vaak sexueel misbruikt omdat ze toch niet serieus genomen worden... WAT MOET JE DAN??

Ik, wij voelen ons zo machteloos soms... je hebt geen goed alternatief voor opvang, maar je stuurt haar wel naar een omgeving die niet veel positiefs voor haar kan betekenen... wat er dan in mij opkomt: een opvangcentrum in Celendín opzetten. Celendín is een groot dorp/stadje dat net niet te ver weg is van hun realiteit, maar wel genoeg communicatiewegen heeft naar Cajamarca en hun dorpen, mocht dat nodig zijn.

Als er iemand zou zijn, IEMAND die weet waar te beginnen om zoiets op te zetten, daar samen over te braistormen en beginnen te werken... DENK JIJ DAAR MAAR EENS GOED OVER NA. De oogst is groot maar de werkers DIE HET VOLHOUDEN weinig...

Soms zijn onze "handen gebonden"

donderdag 21 februari 2008

Geen communicatie over land

Deze week zouden we naar Lima gaan, naar de jaarlijkse bijeenkomst van de Onafhankelijke Pinkstergemeentes waar we hier bij horen. Onze medewerkers, de voorgangers van Sucre en Oxamarca en één van de presbiters gingen al vooruit, maar op maandagmorgen al vroeg ging de telefoon. Het was Gilmer, de voorganger van Oxamarca, die zondagavond was vetrokken uit Cajamarca. Hij zat in de bus die stil stond in een ongelooflijk lange file van auto’s, bussen en vrachtwagens. Om middernacht waren groepen boeren overal in het land de grote wegen gaan blokkeren uit protest en onvrede over allerlei zaken. O.a. de lage prijzen voor hun producten en de hoge prijzen voor de eerste levensmiddelen als meel, rijst en suiker. De bus van Gilmer probeerde langzaam vooruit te komen, maar er werden voortdurend stenen gegooid en de ruiten waren al gesneuveld, zodat de passagiers zich op allerlei manieren probeerden te beschermen.
Wij hadden voor maandagavond een plaats gereserveerd bij een betrouwbare busmaatschappij en bij navraag bleek dat zij niet er van af zagen om naar Lima te vertrekken vanwege de enorme chaos op de Panamericana, de grote hoofdweg, die gaat van Noord naar Zuid en waar alle wegen naar het binnenland op uitkomen. Geen enkele busmaatschappij waagde zich die dag om op weg te gaan. Ook op dinsdag waren de problemen nog niet opgelost. De bijeenkomst in Lima was intussen begonnen. Gilmer was 2 nachten en anderhalve dag onderweg geweest, wat normaal een nacht is. Ons gaan naar Lima had geen zin meer.

Op dezelfde dag, maandag, was gepland dat Ana met haar vader naar Lima zouden gaan. Ana heeft “frommeloortjes” en op woensdagmorgen om 8 uur werd ze in Lima in het ziekenhuis verwacht. In januari was ze geweest, maar toen werd een afspraak gemaakt voor 20 februari, omdat de agenda voor operaties van de KNO-arts helemaal vol zat tot die tijd. Ze waren prachtig op tijd gekomen vanuit Oxamarca (7 uur reizen) naar Cajamarca en nu zouden ze te laat komen door de problemen onderweg. De wegen waren door de boeren zelfs met grote boomstammen geblokkeerd. Op dinsdag in de namiddag waren de wegen weer enigszins vrij van stenen en andere blokkades. In Ayacucho waren er 4 doden te betreuren na de botsingen tussen voor- en tegenstanders van de staking. In grote gebieden werd door de regering de noodtoestand afgekondigd. Nadat het verkeer vanuit Cajamarca naar Lima ogenschijnlijk enigszins was genormaliseerd, hoorden we dat de eerste “huaico”, d.w.z. een modderlawine bezig was te vallen op de weg van Cajamarca naar de Panamericana. ‘s-Avonds zagen we op het nieuws de enorme rotsblokken die naar beneden waren gekomen. Verkeer was werkelijk onmogelijk. Omdat het de doorgangsweg van konvooien voor de goudmijnen in Cajamarca is, is met man en macht gewerkt om de weg enigszins vrij te maken, zodat er in elk geval één rijbaan beschikbaar is voor verkeer. In dit geval is het gunstig dat we in het gebied van de mijnen wonen. Er spelen hele grote economische belangen rondom die aanwezigheid. Die belangen zijn niet altijd positief, maar dat is een ander gecompliceerd verhaal.
Vandaag is Ana vertrokken, omdat de dokter in Lima haar hoe dan ook wil opereren. We hopen dat ze veilig zullen aankomen en er niet al te lang over zullen doen. Een gewone reis duurt meestal 12-14 uur, maar onder deze omstandigheden is alles onzeker, zoals zoveel zaken in dit prachtige land.

De regentijd zet nu flink door. Het regent vrijwel de hele nacht en ook een stuk van de dag. Overal vallen er huaico’s en zelfs storten er huizen in door de regen. Veel huizen, ook in de stad worden gemaakt van aangestampte aarde. Een bouwconstructie die meestal heel degelijk is, er zijn zelfs huizen in de stad van honderden jaren oud, die van “tapia” zijn gebouwd. Door samenloop van omstandigheden als enorme aanhoudende regenval en slechte waterafvoer kunnen gedeeltes van de stad onder water komen te staan en “zuigen” die huizen zich als het ware vol met water, waardoor ze instorten. Ook het dak van Judiths kamer heeft van de week gelekt, maar er zijn een paar golfplaten bijgelegd en nu moet blijken of het voldoende is om het droog te houden.

woensdag 20 februari 2008

Eindelijk af om verder te gaan

Eindelijk is het af. Bijna een maand probeerde ik de verslagen voor het Lilianefonds te schrijven, maar steeds kwam er iets tussen. Vandaag is het op de post gegaan. Vanaf vorig jaar Augustus zijn er 12 kinderen “langs” geweest. Soms was het heel snel, d.w.z. een consult bij de oogarts en een bril bestellen, maar meestal zit ook achter zo’n “kleine actie” een heel verhaal.

Zo kwamen Haydé en Ismaël met hun moeder hier om hun ogen na te laten kijken. Ze lijden allebei aan albinisme, d.w.z. dat er geen pigment in hun huid wordt aangemaakt. Vooral met de scherpe zon van de hoogvlakte kost het hen heel veel moeite om te zien. De mensen in hun omgeving snappen er niets van. Hun vader vertelde zelfs dat sommige mensen dachten dat zijn vrouw “vreemd” was gegaan, omdat de kinderen blank zijn geboren. Toen ik hun moeder vroeg of het wel meer in de familie voorkwam, vertelde ze dat haar grootmoeder een “onecht” kind was van de hereboer, die was “gringo”, blank dus. Haydé heeft het typische gedrag van de meisjes van de “campo”, erg verlegen, zich verschuilend achter haar sjawl. Ze geeft nauwelijks antwoord als de oogarts het examen afneemt met de letterkaart. Het is niet duidelijk of ze het wel of niet ziet. De dokter schrijft voorlopig maar iets voor, vooral om haar ogen te beschermen tegen het scherpe zonlicht. Haar broertje, Ismaël, zit in groep 7. Hij is wat vrijer, maar het lukt ook hem niet om aan te geven welke letters hij wel of niet ziet. De vreemde omgeving van de stad en de oogarts doen hen volledig dicht slaan. Ze krijgen allebei een donkere bril. Of ze hem zullen gebruiken??

Een paar weken later ontmoeten we een broeder uit het dorp en hij heeft hen nog nooit met de bril gezien. Hij zal er op aandringen dat ze hem dragen. Waarschijnlijk schamen ze zich om een bril te dragen en hebben ze de gewoonte ook niet. Niemand van hun leeftijd in het dorp heeft een bril en al helemaal niet een donkere. Ze moeten over een half jaar terugkomen. Intussen proberen we hen via mensen uit hun omgeving te motiveren om toch die bril te dragen, als die mensen bij ons komen als ze in Cajamarca zijn.

Broeder Simón uit Malat, weer een ander dorp, is vorige week aangekomen om de deuren voor hun nieuwe kerk te maken, omdat hier in Cajamarca de juiste werktuigen zijn voor het houtwerk. Samen met andere broeders uit Malat, kunnen ze bij de vader van Elsy (onze hulp en rechterhand), die een timmerwerkplaats heeft, de deuren van eucalyptushout maken. Om de beurt zullen de broeders komen en Simón helpen om het houtwerk hier af te maken en het werk op het land niet te lang te laten liggen. Het zal wel een paar weken duren voordat alles af is, maar Simón gebruikt deze tijd meteen om te leren hoe met machines om te gaan. Dit jaar of het volgende wordt er electriciteit in Malat aangelegd en dan hoopt Simón een eigen timmerwerkplaats in te richten. Zijn zoons, Buster en Juan, leren in een andere werkplaats hier in Cajamarca schuren, verf mengen, meubels afwerken, enz. Over hen schreef ik de laatste keer in onze bijdrage voor het blad Z&G.

Terwijl Simón in Cajamarca werkt, moeten zijn akkers wel bijgehouden worden. Toen ik daar naar vroeg hoorde ik met verbazing dat dat helemaal geregeld was. Ze hebben in de kerk een rooster gemaakt voor het om de beurt bewerken van zijn akkers: op maandag wordt het koren gezaaid door een stel broeders en op dinsdag worden de aardappels gewied, enz. Mijn vraag/zorg was overbodig!!! We staan vooral versteld van de initiatieven die ze in de kerk van Malat aan het ontwikkelen zijn sinds ze gezamenlijk de bouw van de kerk hebben aangepakt. Vooral Simón is daarbij een sleutelfiguur. Bid alsjeblieft heel veel voor hem, want de tegenstander/vijand zit natuurlijk niet stil als het om sleutelfiguren gaat.

Over de NGO ACSICOR: Vorige week kwam er ineens een mail binnen met een geweldig bericht. Een groot project voor de rasverbetering van melkvee is door een landelijke financieringsmaatschappij geaccepteerd. Het gaat om een project waaarvan de uitvoering twee jaar zal beslaan. De begroting blijkt enigszins aan de krappe kant gemaakt te zijn, dit is meestal om meer kans te hebben op acceptatie, maar dat wringt dan later. Dus daar moet in de uitvoering rekening mee gehouden worden.

We zijn heel blij dat dit project door de “socios”(leden) van de NGO zelfstandig is gemaakt en ook door een van hen zal worden uitgevoerd. Wij zijn er wel bij betrokken, maar vooral administratief en in het monitoren. Eind februari zullen er bindende afspraken worden gemaakt tussen de betrokken partijen: de boerenorganisatie van Oxamarca, waar al eerder een project van ACSICOR is uitgevoerd over verbetering van voedsel voor het vee: hooi maken en gras inkuilen; twee gemeentebesturen; een melkfabriek en wat ondersteunende partijen zoals “onze” NGO. Voor dit hele proces willen we graag gebed vragen, want er zijn heel erg veel haken en ogen aan het uitvoeren van zo’n project. We zien de selectie van dit project uit de 49 projecten die zijn ingediend door andere organisaties én als enige NGO in het Noorden van het land, wel als een knipoog van God.

Volgende week zijn we voor een paar dagen in Lima. Het is de jaarlijkse vergadering van de Autonome Pinkstergemeenten, de Peruaanse organisatie waar we bij aangesloten zijn en die onze visa garandeert. Het is leuk om allerlei bekenden en andere zendelingen te ontmoeten en van hen te horen hoe hun situatie is. Vaak hoor je toch ook van mensen uit eenzame gebieden hun gebrek aan hulp van buitenaf. Er is veel behoefte aan structuur, onderwijs, maar ook praktische hulp bij het organiseren van belangengroepen, die als organisatie wegen kunnen zoeken door het indienen van concrete projecten.

Tot slot: de radioprogramma’s waaraan Ger, op uitnodiging, weer aan deelneemt, schijnen goed “aan te komen”: een paar minuten na de uitzending belde iemand uit het hoog- en vergelegen dorp Piobamba op, om te vertellen dat hij ontzettend blij met het programma was. Vooral omdat, volgens hem, dit de enige manier was om de jonge mensen in de dorpen te bereiken. De programma’s worden uitgezonden door een nieuwe, zeer potente radiozender, die stap voor stap óók gaat uitzenden in andere steden en dorpen in diverse departementen (samengevoegde provincies) van Perú. Een volgende stap zal zijn: uitzendingen via Internet. Als dat door zou gaan, zouden jullie de programma’s ook in Nederland kunnen beluisteren... Mocht het zover komen, dan zullen we het jullie tijdig laten weten. Graag gebed, dat mensen via deze weg tot geloof zullen komen!

woensdag 16 januari 2008

Cajamarca, 15 januari 2008

Eind oktober was de laatste vergadering in Oxamarca (zo´n zeven uur rijden vanaf Cajamarca) om dit jaar te evalueren met alle leiders van de kerken waar we mee werken. De vroege regens beginnen dan en de wegen veranderen in modderpoelen, waarna we niet meer het binnenland in kunnen.

Door die regens hadden ze in Malat haast om het dak op de kerk te zetten. In ons vorige bericht hebben we verteld van de geweldig mooie afsluiting van de eerste fase van de bouw van de kerk van Malat: een doopdienst met 4 echtparen en daarna bruiloft van deze echtparen. Veel mensen wonen samen in de campo, omdat de papieren voor een burgerlijk huwelijk niet altijd eenvoudig zijn te krijgen. Natuurlijk lukt dat wel als men er moeite voor doet, maar het is eenvoudiger om samen te gaan wonen dan dat je wacht totdat je de papieren bij elkaar hebt, met de kosten om die te krijgen, natuurlijk. Als mensen dan tot bekering komen, zijn ze zich al snel bewust dat het toch beter is om elkaar ook oficiëel trouw te beloven voor de wet. Als ze het zelf niet bedenken helpt de voorganger hen daarin wel. Ze worden alleen gedoopt als ze getrouwd zijn, dus…….. Het was een geweldig feest, dat kunnen jullie je voorstellen.

Omdat we zelf in deze tijd niet meer de “campo” ingaan vanwege de onbegaanbaarheid van de paden, dachten we dat het wat rustiger zou worden, maar niets is minder waar.Eerst waren er de inkopen voor de Kerstfeesten van de zondagscholen. Er zijn momenteel 11 zondagscholen die het Kerstfeest hebben gevierd. Ze kunnen dan in Cajamarca bij ons thuis dozen ophalen met Kerstbroden, chocoladeplakken om chocolademelk te maken en snoepgoed om kleine pakjes voor de kinderen te maken. Dit jaar hebben we er voor elk kind een mooi kleurboekje bij gedaan. In totaal hebben 500 kinderen en 515 volwassenen een mooi Kerstfeest gehad. Sommigen doen het ’s-middags, anderen ’s-avonds en dan kan het feest duren tot in de kleine uurtjes.

Nu het schooljaar afgelopen is, komt er ook weer meer werk met de kinderen van het Lilianefonds. Ze komen eerst bij ons thuis en dan bespreken we de hele procedure, daarna gaan we met hen naar het ziekenhuis in Cajamarca om de papieren voor elkaar te krijgen, die ze mee moeten nemen naar Lima. Gecompliceerde operaties moeten altijd in Lima worden gedaan. Het zijn meestal orthopedische operaties en behandelingen en die specialisatie is niet in Cajamarca aanwezig. Het neemt veel tijd in beslag, maar als een kind met een klompvoet na maanden in Lima weer terugkomt en redelijk kan lopen, geeft dat heel veel voldoening.

Naast de “Lilianekinderen” komen ook andere mensen aan de deur met de vraag om met hen mee te gaan naar een specialist in het ziekenhuis, soms ook om gewoon even bij te praten of om adviezen. Die gesprekken zijn niet “even”, de mensen hebben tijd nodig om hun verhaal te vertellen. Het is beslist geen “recht voor zijn raap”-cultuur.
Uit Malat zijn 2 jongens gekomen, die hun schoolvakantie willen gebruiken om iets te leren. Ook het uitzoeken van een leer-werkplek en waar ze moeten logeren, enz. kost veel tijd. Buster en Juan slapen nu in de zusterkerk van onze kerk en werken in een timmerwerkplaats om het timmervak te leren, zodat ze na hun middelbare schooltijd kunnen helpen in de werkplaats die hun vader wil opzetten in Malat. Drie maal per week gaan ze naar een muziekschool, want Buster wil beter leren gitaarspelen en Juan heeft een klein toetsenbord waar hij ook beter mee overweg wil leren gaan. Het is een enorme ervaring voor deze jongens uit een dorp ver in de “campo” om o.a. te leren omgaan met verkeer in de stad. Kunnen jullie je voorstellen dat de eerste keer dat Buster bij ons kwam hij vroeg of hij de computer eens mocht zien? Ze passen zich snel aan, dus deze vraag krijgen we niet meer.

Voor Ger komen veel verzoeken om een film te tonen. Hij is heel druk met het overzetten van DVD’s op VHS, want door het stof in de campo worden de DVD’s snel beschadigd. Ongeveer 1uur rijden bij ons vandaan is er een coöperatie van boeren, die in de 60-iger jaren als geheel het evangelie aanvaardde. Deze coöperatie is landelijk en internationaal gezien een toeristische trekpleister geworden. Ger wordt daar iedere keer gevraagd voor de zondagavond en maandagmorgen dienst. Afgelopen zondagavond heeft hij daar de film laten zien over de 5 zendelingen die in “de vorige eeuw” in Ecuador in een stam om het leven werden gebracht. De broer van één van die zendelingen (Elliot) heeft hier in deze coöperatie het evangelie gebracht en het was heel bijzonder voor de mensen híer, om te zien hoe een “andere” Elliot om het leven werd gebracht tijdens de prediking van het evangelie in de jungle van Ecuador. De nog levende broer, die intussen in de 80 is, woont hier nog steeds in Perú, zo´n 6 uur rijden bij ons vandaan. Hij was een paar keer bij ons in de dienst waar Ger sprak. Maar het is heel bijzonder om met zo´n “Godsman” te praten, die hier zo’n 35 gemeenten heeft gesticht!! Op maandagmorgen wordt er voor alle werkers in de coöperatie om half 7 ’s ochtends een dienst gehouden vóórdat men aan het werk gaat. Ger heeft daar al dikwijls gesproken en is nu gevraagd om ook daar onderwijs te komen geven én in kerkdiensten voor te gaan. Dit zou dan kunnen in de regentijd, want daarna gaan we weer naar “onze” gemeentes in de bergen. Zo kom je steeds onverwachte situaties en dingen tegen waar je oplossingen voor moet zoeken. Het leven hier is vol uitdagingen. Er is geen dag gelijk en het lijkt wel of de dagen steeds sneller gaan.

Met Kerst en Oud-en-Nieuw hebben we bezoek gehad van onze dochter Sanne, met haar man Marco en dochtertje Marisa uit Bolivia. Het was intussen al weer meer dan een jaar geleden dat we hen gezien hadden. Wat is het heerlijk om Kerstfeest te vieren met een paar “kinderen” thuis!

De komende tijd staan er veel verschillende activiteiten op het programma, waaronder een jaarverslag maken van het jaar 2007. Als het klaar is, kun je dat aanvragen bij Dhr. Hugo Krösschell, e-mail: h.krosschell@planet.nl.